Ordonnantie Utrecht 1713Publicatie.De staten van den Lande van Utrecht, in ervaringe gekomen zijnde/ dat de contagieuse sieckte in veele ende verscheyde Landen / buyten den Staat der Vereeningde Nederlanden / dagelyks toeneemt ende vermeerdert / hebben omso veel in haar is/ daar tegen alle bedenckelyke praecautien te gebruyken/ goed-gevonden ende verstaen / alle de Hoogduytse Joden ende Jodinnen, 't sy met of sonder Waren / van boven willende komen in dese Provincie / deselve by provisie daar uyt te weeren/ ende haar effectivelijck het in-komen in dese Provincie te beletten / ende te interdiceren / op poene dat deselve Hoogduytse Joden ende Jodinnen, met of sonder Waren / inde Provincie van Utrecht / tegen dese Onse waarschouwinge / van boven of door andere omwegen in-komen / aanstonds by de kop sullen worden gevat/ gegeesselt / ende in deser Stads Tuchthuys geconfineert; Lastende alle Officianten / hun in 't executeren van dese haar Ed: Mog: Bevelen / hier naer strictelijck te reguleren. Ende op dat niemand hier van ignorantie pretendere / sal dese al-ommem worden gepubliceert ende geaffigeert / naar gewoonte. Gedaan t'Utrecht desen 30. Augusti 1713. Was geparapheert, D.V. Veldhuysen, vt. Onder-stond: Ter Ordonnantie van mijne voornoemde Heeren de Staten. Was geteeckent, O. Voet van Winssen. Hebbende ter Sijde op 't Spatium gedruckt 't Cachet van de Hoog-gemelte Heeren Staten in Rooden Wassche. |
|
