De Pest in de zeventiende eeuw in Nederland
Resolutie Holland en West Friesland 1664


(07-08-2017)

Resolutie Holland en West Friesland 1664

Voorblad

Resolutie
Vande Ed. Groot Mog.
Heeren Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt, Behelsende middelen ende praecautien tegens het voortsetten vande Pest.


In 'sGRAVEN-HAGE
By de Erfgenamen van wylen Hillebrandt Jacobssz van Wouw, Ordinaris Druckers vande Ed: Groot Mog: Heeren Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt. Anno 1664. Met Privilegie.

Pag 1

Extract
Uyt te Resolutien vande Heeren Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt, genomen in haer Ed: Groot Mo: Vergaderinge op
Vrijdach den 8en Augusti 1664

D''Heer Pensionnaris Fagel heeft ter Vegaderinge gerapporteert, de consideratien ende 't advis vande Heeren haer Ed: Groot Mo: Gecommitteerden, hebbende in gevolge ende tot voldoeninge van der selver Resolutie Commissoriael in date den drie en twintighsten der voorlede Maent, naer ingenomen prae-advis van experte Doctoren ende Chirurgijns, met serieuse applicatie overleyt ende overwoogen, of niet eenige, ende hoedanige middelen ende praecautien hier teLande met apparente vrucht, onder Godes zegen, gebruyckt, ende in't werck gestelt souden konnen worden, tot verminderinge, immers tot steuytinge van de communicatie ende voortsettinge vande Pestilentiale sieckte, in voegen ende manieren als 't voorsz. Prae-advis ende Advis respective hier naer volgende van woorde te woorde staen geinsereert.

Gesien by de Gecommitteerde Professoren ende Doctoren Medicinae, de Resolutie vande Ed: : Groot Mog: Heeren Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt, ghenomen den drie en twintighsten deser Maendt Julius, ende de aenschryvinge vande hoogh gemelte Heeren Saten, om te kunnen

Pag 2

uytvinden eenige middelen ende so veel doenlijck te steuyten de voortsettinge van de jegenwoordige Pestilentiale sieckte; of oock niet eenige, ende hoedanige praecautien hier te Lande, met apparante vrucht gebruyckt, ende in 't werck gestelt souden konnen werden, tot verminderinge ende steuytinge van de communicatie ende voortsettinge vande voorsz. sieckte.

Soo hebben onderdanighlijck, in gevolge ende tot voldoeningen vande gemelte Resolutie, over-woogen ende overleyt hebbende, 't gunt ter materie dienende is, (onder 't welnemen van haer Ed: Groot Mog:) goet gevonden de selve tegemoet te voeren.

Dat de jegenwoordich grasserende Peste in dese Provintie van Hollandt ende West-Vrieslandt niet gesprooten is, uyt eygen infectie van de Lucht, maer dat de selve van buyten door contagie, hier te Lande is ingebracht, ende soo voorts vermenichvuldicht ende voortgeset door al te familiare conversa-tie vande gesonden met de Siecken, als mede door continuatie van andere oorsaecken, de welcke de selve hebben konnen soveren, ende vermeerderen, als stil staende ende stinckende wateren, roerin-gen van Gronden, &c.

Dat ten opsichte van de Christelijke liefde, conservatie ende behoudenis van 't Menschelijck Geslach-te, ende 't welvaren van de Republijcque, de contagio soo veel doenlijck behiort te werden gesteuyt, ende den voortgangh vande selve beleth; Souden over sulcx (onder correctie) voor eerst hoochnodich ende dienstich achten, dat soo veel practicabel is, de Siecken met den eersten, met beter ende stricter ordre, van de gesonden souden werden gesepareert, ende de dagelijcxsche onvoorsichtige conversa-tie geëviteert.

Namentlijck, dat de Arme Menschen, met de Pestilentiale sieckte

Pag 3

besocht wordende, op het spoedighste inde publijcque Pesthuysen souden dienen gebracht te wer-den.

Dat in 't toekomende door publijcque authoriteyt vande Hooge Overigheyt, inden beginnen vande Pes-te, ofte noch, ontrent ende buyten de Steden, de welcke voor als noch vry, ofte weynich met besmet-tinge besocht zijn, voor Persoonen van redelijcke conditie, eenige Baracken, ofte Hutten souden kon-nen werden gemaeckt, inde welcke de geinfecteerde, soo haest 't selve openbaert wert, mede spoe-dich souden konnen werden gebracht, ende vande gesonden ghesepareert, ende aldaer bedient ende bewaert t'haren eygen kosten, nochtans met deze conditie ende restrinctie, by aldien de Gesonden inde geinfecteerde Huysen, in , ende by woonende, de voorsz separatie ende transport souden mo-gen komen te refuseren, dat in soodanigen geval hare Huysen, volgens de ordre op de Peste te arres-teren, souden moeten blyven gheslooten, ende syluyden haer naer de selve ordre reguleren.

Soude oock wenschelijcker ende seer salutair gheoordeelt werden, dat de gesonden konden werden ghepersuadeert om haer voor eenige weynige dagen, uyt hare gheinfecteerde Huysen elders te transporteren, op dat ondertusschen de voorsz Huysen ende Meublen door specifijcq parfum, by ons inde respective Steden onser residentie, door naeder ondersoeck tot 't ghemeen voordeel te experi-menteren, souden konnen werden gedisingfecteert ende gesuyvert.

Dat oock de Rijcken haere gheinfecteerde Siecken buyten de Steden, of in separate ende afgeslooten Plaetsen binnen haere Huysen souden moeten transporteren, ende haer vorders nae de voorsz ordre gedragen.

Dat soo veel doenlijck ververschinge van Wateren, suyveringe van

Pag 4

Straten, ende wechnemingen van vuyligheyt op publijcque Plaetsen soude dienen te werden geprocu-reert, ende alle corruptien ende putrefactien gheweert, ende in 't bysonder Seep-sap, of diergelijcke vuyle materien.

Dat niemandt vande pest besemt zijnde, noch die in eenige Huysen woonen, de welcke met de Peste besmet zijn, ofte gheweest zijn, ofte die in de selve voor Schrobsters ofte Bewaersters dienen, ofte converseren, noch oock die geene die haer ordinaris geneeren met het cureren vande voorsz sieckte, ofte de Medicamenten aende Patienten, met de gemelde sieckte besmet zijnde, appliceren, sullen mogen frequenteren de publijcque Plaetsen, Marcten, Kercken ende Winckelen, nochte oock onder de gemeente converseren, binnen den tijdt van ses weecken nae hare genesinge, ende naergelaten conversatie, maer ondertusschen ende middelertijdt alleen in 't bysonder gaen, daer het van node sal zijn, binnen 's daeghs Sonneschijn, met een witte Stock, ofte ander teycken.

Dat niemant inde besmette Huysen zijnde, de selve frequenterende, ende vande Aelmoessen leven-de, binnen den vorsz tijdt hem sal mogen begeven in de Vergaderinge, ofte aende Huysen vande Diaconen ofte Armen-besorgers, ofte elders, daer eenige preuven ofte Aelmoessen werden uytge-deelt, maer sullen haer noot door yemant van hare Vrienden, Gebuyren ofte andere, niet besmet zijn-de, moeten te kennen geven.

Dat vande geinfecteerde Huysen, in de welcke geen Neeringe wert gedaen, de Deuren ende Venste-ren, inde benedenste stagie aende Straet, ofte op andere Luyden erven responderende, gheslooten sullen moeten blyven, den tijt van veerthien dagen, naer dat yemant aldaer genesen ofte ghestorven sal zijn, sonder de voorsz Deuren des daeghs te openen, dan om nootsaeckelijck uyt

Pag 5

ende in te gaen, doch dat de selve Huysen om ververschinge van lucht te scheppen, aende gemeente Straten gheopent sullen mogen werden des nachts van thien uyren tot 's morgens ten drie uyren. En-de dat niemant van het Huysgesin, met de Peste geinfecteert, vermogen sal op de Stoeppen, ofte voor de Deure te sitten, ofte te staen, binnen den voorsz tijdt, naer dat yemandt aldaer gestorven sal zijn; Dat oock de geinfecteerde Huysen geteyckent sullen moeten worden meteen P, ofte eenigh an-der teecken.

Dat inde besmette Huysen daer men Winckel-neeringe doet geene Neeringh 't zy publijcq, ofte in 't heymelijck sal mogen worden gedaen binnen den tijdt van vier weecken, ende daer men Vettewarye, Pelterye, Wolle ofte Bont hanteert, dat aldaer geen Neeringe sal mogen gedaen werden, ende de voorsz Huysen geslooten sullen moeten blyven den tijdt van ses weecken; datse oock haere Koop-manschappen voor hare Deuren niet sullen vermogen voor te setten, nochte oock op de Marctne ofte Straten te veylen, nochte oock eenige goederen ofte Waren uyt eenige Pesthuysen, ofte van buyten de Steden, uyt soodanige Huysen inkomende te verkoopen, noch eenige Kleederen, Deeckens, Bed-dens, &c op de Straten te hangen om te verluchten, ten ware des nachts op de voorsz uyren, ende dat boven uyt de Veynsters.

Dat men geenerhande Huys-raedt, Kleederen, Linne ofte Wolle, uyt eenige geinfecteerde Huysen komende, binnen de voorsz tijdt van ses weecken, inde Bancken van Leeninge sal mogen brengen, ofte doen brengen, om beleent te worden, ten zy de selve bevoorens behoorlijck verlucht, gereynicht, ende gheperfumeert sullen zijn.

Dat de Huysen daer yemand vande Peste overleden is, noch ten deele, noch voor 't geheel wedersul-len mogen werden verhuyrt,

Pag 6

ofte by yemant anders bewoont, als die ten dage vande laetst stervende inde selve woonde, dan naer dat ses weecken sullen zijn gepasseert, ende dat de selve naer den voorsz tijdt, alvoorens wel gerey-nicht, geparfumeert, gewasschen, ende schoon gemaeckt sullen zijn.

Dat men het Stroo uyt de voorsz Huysen op de Straten noch in 't water geensins sal mogen werpen, maer inde selve Huysen aen kleyne bondelkens verbranden, ofte buyten de Steden brenegn, ende aldaer voorts verbranden.

Dat de Gebuyren by de stervende niet sullen mogen versocht, noch oock aldaer verschynen, noch de Dooden uyt de Huysen halen, maer dat 't selve sal moeten geschieden, door Persoonen daer toe specialijck geordonneert.

Dat binnen ofte op de Kisten vande overledene, gene Roosenhoedekens, Bloemen, ofte cieraet sal mogen werden geleyt, maer de selve Kisten alleenlijck met sodanige swarte Kleeden bedeckt, als daer toe ordinarie sullen werden gebruyckt.

Dat de Doodt-kisten met Peck ofte andersints waterdicht moeten worden gemaeckt, sulcx dat daer gene materie doordringen kan.

Dat de Doodt-gravers geene Graf-steden inde Kercken sullen mogen openen, voordat de Predicatie geeyndicht, ende 't Volck uyt de Kerck sal zijn, nochte de Grafsteden open laten leggen, geduyrende de Predicatie, maer de selve datelijck sluyten, ende nae behooren bedecken.

Dat op de Begraeffenissen, soo inde Kerckhoven als Kercken, niemandt sal mogen komen, als alleen-lijck de naeste Bloetvrienden,

Pag 7

maer dat het gemeene Volck, ende in't bysonder, Vrouwen ende Kinderen, vande sleve geweert sul-len werden.

Dat niemant op de Begraeffenissen inde Huysen vande Overledene sal mogen comparere, noch al-daer eenigen dranck schencken, noch oock de selve Huysen met Lakens ofte Baeyen mogen behan-gen, ende met geen Rouw-mantels ter begraeffenisse komen.

Dat de doode Lichaemen, niet eerder als na vier en twintich uyren inde Kisten sullen mogen ge-slooten, toegemaeckt ofte begraven worden, ende niet langer dan twee dagen boven de Aerde wer-den gehouden.

Dat de Dooden inde publijcque Pesthuysen gestorven zijnde, buyten de Steden diep behooren begra-ven te worden, om het pericul 't welck uyt de putrefactie soude konnen werden veroorsaeckt, te voor-komen.

Dat binnen de geinfecteerde Huysen geen Honden ofte Katten sullen mogen worden ghehouden, maer de selve aenstonts wech gedaen, ofte dootgeslagen moeten worden.

Dat omme de Lucht in 't generael te corrigeren, eenige groote Vuyeren dickwijls souden dienen te werden aengesteecken, als van Peck-tonnen, Bus-polver, &c., voornamentlijck aen die plaetsen daer de infectie meest grassert, als oock ontrent de Kerckhoven, nieuw-ghegraven Grachten, &c. specia-lijck ontrent die hoecken vande Steden, daer de Windt haren cours over de selve neemt.

Dat mede inde besmette Huysen souden konnen werden gebruyckt, eenige parfumen van Suphur, Salpeter, Barnsteen, Jeneverhout,

Pag 8

ende Besyen van 't selve, Baeckelaer, als mede van goede Wijn-Azijn, insonderheyt met Gours-bloemen, Wijnruyt, Scordium, of diergelijcke geprepareert, ingelijcx met ghestoote Kruytnagelen ofte Caneel, &c. in Schoetelen gedaen, ende op een Test met Vuyr gheset om te evaporeren, ende dierge-lijcke de welcke door menichvuldige experientie seer bequaem ende dienstich bevonden zijn.

Dat het gebruyck van alle Vruchten, ende Freuytage die spoedige putrefactie subject zijn, gheweert soude mogen werden, als Pruymen, Concommers, Pompoenen, Meloenen, &c. groente ofte loff van Wortelen, Rapen, &c.

Waer mede vertrouwende haer Ed: Groot Mo: begeerte ende intentie te hebben voldaen, sullen ons op alle 't gunt voorschreve is, verders refereren, tot der selver wijs oordeel, ende ghewoone discretie.

Aldus gheadviseert in 's Graven-Hage, ende by ons ondergeschreve onderteeckent den laetsten Julij 1664. Ende was gheteeckent,

Wilhelm vander Straten.
Franciscus De le Boe Sylvius, Med: Professor.
Johannes van Horne, Anat:& Chir: Professor.
Theodorus Vallençus.
Guillielmus Piso.
Hieronimus de Clercq.
J. de Vrye.
Theodorus Maton.








greatplague